Het
kabinet neemt daarnaast maatregelen om belastingontwijking en -ontduiking tegen
te gaan en die goed zijn voor het Nederlandse vestigingsklimaat. Per saldo
gaan vrijwel alle ondernemers en bedrijven erop vooruit tijdens deze
kabinetsperiode.
Dit staat in het pakket Belastingplan 2019, dat staatssecretaris Snel van Financiën vandaag aan de Tweede Kamer heeft aangeboden. Gemiddeld hebben huishoudens € 500 meer te besteden.
Op weg naar een
tweeschijvenstelsel
De belasting over inkomen wordt nu berekend via een vierschijvenstelsel.
Door de invoering van een tweeschijvenstelsel nemen de besteedbare inkomens toe
van alle personen met een inkomen vanaf € 20.000 per jaar. Ook wordt het minder
van belang of inkomen in een huishouden met één of twee personen wordt
verdiend.
Invoering
tweeschijvenstelsel
|
||||
Jaar
|
Inkomen max € 20.142
|
Inkomen max € 34.404
|
Inkomen max € 68.507
|
Inkomen boven € 68.507
|
2018
|
36,55%
|
40,85%
|
40,85%
|
51,95%
|
2019
|
36,65%
|
38,10%
|
38,10%
|
51,75%
|
2021
|
37.05%
|
37,05%
|
37,05%
|
49,50%
|
Mensen met een inkomen boven € 20.000 gaan er op vooruit.
Dat komt onder andere doordat de meeste tarieven van de inkomstenbelasting
omlaag gaan. De inkomstenbelasting wordt berekend over 2 schijven in plaats van
4 en het belastingpercentage per schijf gaat omlaag. Daardoor wordt het ook
minder belangrijk of het inkomen door 1 of 2 personen in een huishouden wordt
verdiend.
Verhogen algemene heffingskorting
Door een
verhoging van de algemene heffingskorting neemt het besteedbaar inkomen toe van
huishoudens met een inkomen tot € 50.000 per jaar. De algemene heffingskorting
is een korting op de inkomensbelasting en premie volksverzekeringen. De korting
is inkomensafhankelijk: hoe lager het inkomen, hoe hoger de korting.
Dit levert Timo met zijn
inkomen van €
Dit levert Elja met haar
inkomen van €
Wijziging
arbeidskorting
De arbeidskorting is een heffingskorting voor mensen die
werken. Heffingskortingen verlagen de te betalen belasting. Door een verhoging
van de arbeidskorting gaat werken meer lonen voor mensen met een inkomen tussen
de € 20.000 - € 60.000 per jaar. Ook zorgt de verhoging ervoor dat de keuze
om meer te gaan werken nog aantrekkelijker wordt voor inkomens tot € 35.000,
omdat mensen door de hogere arbeidskorting netto meer overhouden van het extra
inkomen.
Deze wijziging levert Mazdak met zijn inkomen van €
Dit kost Erica met haar inkomen van €
Verlaging tarief
aftrekposten hogere inkomens
Aftrekposten zijn bepaalde kosten die mensen mogen aftrekken van het
belastbaar inkomen, waardoor zij minder inkomstenbelasting betalen. Het
aftrektarief van een aantal aftrekposten wordt geleidelijk afgebouwd (voor de
hypotheekrenteaftrek gebeurt dit al sinds 2014, maar het kabinet versnelt deze
afbouw). Dit betekent dat mensen met een inkomen vanaf € 68.507 geleidelijk
minder fiscaal voordeel hebben van hun aftrekpost. Het gaat hierbij onder
andere om de hypotheekrenteaftrek, de zelfstandigenaftrek, de
MKB-winstvrijstelling, giften en partneralimentatie. Met de opbrengst van de
hypotheekrentemaatregel verlaagt het kabinet het eigenwoningforfait.
Aftrektarief per jaar
|
||||||
Jaar
|
2018
|
2019
|
2020
|
2021
|
2022
|
2023
|
Maximaal
aftrektarief aftrekbare kosten eigen woning
|
49,50%
|
49%
|
46%
|
43%
|
40%
|
37,05%
|
Maximaal aftrektarief andere posten
|
51,95%
|
51,75%
|
46%
|
43%
|
40%
|
37,05%
|
· Iemand met een inkomen (vóór aftrekposten) lager dan € 68.507 ondervindt geen fiscaal nadeel door deze maatregel.
·
Iemand die € 5000 hypotheekrenteaftrek per jaar
heeft en meer dan € 68.507 inkomen krijgt vanaf 2020 minder belastingvoordeel:
ruim €
·
Iemand die € 7.280 aan zelfstandigenaftrek heeft
en een inkomen van meer dan € 68.507, krijgt vanaf 2020 minder
belastingvoordeel: ruim € 400 minder in 2020 oplopend tot bijna €
De tarieven voor een aantal andere aftrekposten, zoals de zelfstandigenaftrek, MKB-winstvrijstelling, giften en partneralimentatie voor deze inkomens wordt ook vanaf 2020 afgebouwd. Ook deze aftrekposten zijn vanaf 2023 nog maximaal aftrekbaar tegen 37,05%.
Verhoging lage btw-tarief
Het lage
btw-tarief stijgt van 6% naar 9%. Deze verhoging geldt voor alle producten en
diensten met het lage btw-tarief, waaronder een deel van uw boodschappen. Dit
betekent dat u vanaf 2019 € 102,83 betaalt voor boodschappen, in plaats van €
100 nu.
Naast de boodschappen
geldt de btw-verhoging ook voor bijvoorbeeld water, boeken, bloemen, de kapper
en het bezoek aan musea en attracties.
Op jaarbasis betekent dit per huishouden zo’n € 300 extra aan btw.
Verhoging vrijwilligersvergoeding
In verband met
het grote maatschappelijke belang van vrijwilligerswerk verhoogt het kabinet de
maximale onbelaste vergoeding voor vrijwilligers. Over de vergoeding zijn geen
belasting en premie voor de volksverzekeringen verschuldigd. De organisatie
waarvoor de vrijwilliger werkzaam is, is over het bedrag ook geen premies
werknemersverzekeringen verschuldigd.
Vanaf 1 januari 2019 kunnen
vrijwilligers een belastingvrije vergoeding krijgen van maximaal € 170 per
maand of maximaal € 1.700 per jaar. Nu is deze vergoeding nog € 150 per maand
of maximaal € 1.500 per jaar.
Binnen dit bedrag vallen
ook tegemoetkomingen in natura, zoals een voetbalshirt. Onkosten boven dit
bedrag kunnen nog steeds vergoed worden, als deze worden aangetoond.
Fiets van de zaak wordt aantrekkelijker
Fietsen naar het werk is goed voor het milieu. Het wordt een stuk
aantrekkelijker gemaakt een fiets van de zaak te gebruiken door een
versimpeling van de fiscale fietsregeling. Hiermee wordt de bijtelling voor de
fiets van de zaak net zo simpel als de bijtelling voor de auto van de zaak. Het
bijtellingspercentage wordt 7%. De regeling geldt voor fietsen, e-bikes en speed
pedelecs.
Daphne krijgt van haar
werkgever een elektrische fiets ter waarde van € 2000,= in gebruik. Hiervoor
bedraagt de jaarlijkse bijtelling € 140. Met haar inkomen van € 35.000,
betekent dit dat ze op jaarbasis slechts € 59 aan belasting hoeft te betalen,
dus minder dan € 5 per maand.
Energiebelasting
Verschuiving binnen de
energiebelasting
Het kabinet verhoogt per 1 januari 2019 de belasting op aardgas en verlaagt
de belasting op energie. Daarmee wordt dat wat
vervuilender is zwaarder belast. De maatregel maakt vervanging van aardgas door
elektrische warmteopties, zoals warmtepompen, aantrekkelijker. Hetzelfde geldt
voor vervanging van aardgas door duurzame warmteopties zoals aardwarmte.
Met ingang van 1 januari
2019 wordt het reguliere tarief van de eerste schijf in de energiebelasting
voor aardgas verhoogd met 3 cent per m3. Het tarief van de eerste schijf
voor elektriciteit wordt verlaagd met 0,72 cent per kWh. De meeste huishoudens
blijven met hun energieverbruik binnen de eerste schijf. Op dit moment zijn de
tarieven voor aardgas: 26,001 cent en voor elektriciteit 10,458 cent.
Verlaging
belastingvermindering
Het kabinet wil de belastingvermindering in de energiebelasting met € 51
verlagen. De belastingvermindering is een vast bedrag dat per aansluiting in
mindering wordt gebracht op de energiebelasting. Voor een huishouden met een
gemiddeld energieverbruik stijgen de belastingen op energie in 2019 met circa €
130 (bij gelijkblijvend verbruik). Dit is inclusief de stijging van de Opslag
Duurzame Energie.
Belastingwijzigingen voor ondernemers met ingang van 2019
Verhoging
box 2-tarief
Het tarief in box 2
wordt verhoogd met een gelijktijdige verlaging van de tarieven in de
vennootschapsbelasting. Deze maatregel geldt alleen voor mensen die een belang
hebben van minimaal 5% in een vennootschap. De correctie van het box-2 tarief
zorgt ervoor dat de belastingdruk voor verschillende ondernemingsvormen globaal
in evenwicht blijft. Per saldo gaan vrijwel alle ondernemers en bedrijven erop
vooruit tijdens deze kabinetsperiode.
Verhoging
box 2-tarief
|
|
|
Nu
|
2020
|
2021
|
25%
|
26,25%
|
26,90%
|
Verhoging
lage btw-tarief
Het kabinet wil het lage btw-tarief verhogen van 6% naar 9%.
Ondernemers moeten zich goed voorbereiden
op de tariegverhoging. Het heeft impact op:
Verhoging
lage btw-tarief
Het kabinet wil het lage btw-tarief verhogen van 6% naar 9%.
Ondernemers moeten zich goed voorbereiden op de tariegverhoging. Het heeft impact op:
· administratie;
· prijzen van goederen en diensten;
· facturatie en btw-aangifte.
Houd dus rekening met een btw-tarief van 9% voor offertes die in 2018 worden gemaakt voor goederen en diensten die in 2019 worden geleverd.
Product of dienst in 2019 geleverd? Maar in 2018 betaald, dan geldt er 6% btw.
Denk hierbij bijvoorbeeld aan concert- of seizoenkaarten die in 2018 worden betaald, terwijl de evenementen pas in 2019 plaatsvinden. Pas voor betalingen vanaf 1 januari 2019 geldt het 9%-tarief.
Beperking
verliesverrekening
Het aantal jaren dat verliezen in de vennootschapsbelasting voorwaarts kunnen
worden verrekend, wordt beperkt van 9 tot 6 jaar. Dit zal voor het eerst gelden
voor verliezen geleden in 2019. Dit betekent een verschuiving van langdurig
verlieslijdende ondernemingen ten gunste van winstgevende ondernemingen.
beperking
verliesverrekening
|
||
Verlies
geleden in
|
Verrekenbaar
tot
|
|
2016
|
2025
|
9 jaar
|
2017
|
2026
|
9 jaar
|
2018
|
2027
|
9 jaar
|
2019
|
2025
|
6 jaar
|
2020
|
2026
|
6 jaar
|
2021
|
2027
|
6 jaar
|
Verlaging tarief
vennootschapsbelasting
Om ondernemen aantrekkelijker te maken, verlaagt het kabinet stapsgewijs
het vpb-tarief. Dit gebeurt in drie jaarlijkse stappen.
Vanaf 2019 gaat het tarief van de vennootschapsbelasting
stapsgewijs omlaag. De eerste schijf wordt dan 19%, de tweede 24,30%. Vanaf
2020 dalen die tarieven naar 17,5% en 23,90%. In 2021 naar 16% en 22,25%.
Afschaffing dividendbelasting
De
dividendbelasting wordt afgeschaft. Dit is een belasting die geheven wordt op
de winstuitkering van een onderneming aan haar aandeelhouders (dividend).
Nederlandse aandeelhouders kunnen deze belasting verrekenen met de inkomsten-
of vennootschapsbelasting. Een gedeelte van de aandeelhouders in het buitenland
kan dit niet. Zij zullen daarom eerder een voorkeur hebben voor een onderneming
in een land zonder dividendbelasting, zoals het Verenigd Koninkrijk. Door het
afschaffen van de dividendbelasting wil het kabinet bestaande hoofdkantoren
behouden en nieuwe hoofdkantoren aantrekken.
Een groot
deel van de dividendbelasting wordt opgebracht door aandeelhouders van een
beperkt aantal multinationale ondernemingen. Als enkele van deze bedrijven
daadwerkelijk Nederland verlaten, zou óók een flink deel van de huidige
opbrengst verdwijnen.
Modernisering Kleineondernemingsregeling
De
kleineondernemingsregeling wordt per 1 januari 2020 gemoderniseerd. Als een
ondernemer verwacht jaarlijks onder de omzetgrens van € 20.000,- te blijven,
kan hij vanaf 1 januari 2020 kiezen voor een vrijstelling van btw. De nieuwe
regeling is minder complex en gaat ook gelden voor bijvoorbeeld stichtingen en
verenigingen.
Kiezen
voor vrijstelling betekent:
•
Geen
btw-aangifte doen.
•
Geen
btw in rekening brengen en vermelden op facturen.
•
Betaalde
btw mag niet worden teruggevraagd.